Zoeken in deze blog

woensdag 14 september 2011

De Godsdiensten



Hoofdstuk 1. Het jodendom



De Davidster is een zespuntige ster en het is een belangrijk symbool in het jodendom. Hexagram zo word de ster ook wel genoemd bestaat uit twee ingeschoven driehoeken. De hexagram was in de oude culturen van de Middellandse-Zeegebied de teken van harmonie. De driehoek die naar beneden wijst symboliseerde het ‘waterige’ en de naar bovengerichte driehoek betekent het ‘vurige’. De ster werd door de joden Salomonszegel, het David schild, of de Davidster genoemd. Koning Salomo, zoon van koning David, zou met dit symbool boze geesten hebben bezworen. Toen de joden werden vervolgd in de jaren dertig en veertig in Europa moesten zijn een gele Davidster (toen werd hij ook wel een Jodenster genoemd) op hun kleding dragen. Daardoor waren de joden makkelijk herkenbaar.



Hoofdstuk 2. Het Christendom

In de tijd van Jezus hoorde Palestina (nu Israël) bij het Romeinse Rijk. Volgens de godsdienstige leiders van het joods volk was Jezus een onruststoker. Ze klaagden hem aan bij Pontius Pilatus een Romeinse stadhouder. Hij liet Jezus kruisigen omdat hij bang was dat ze in opstand kwamen. De volgelingen van Jezus Christus schreven na zijn dood over zijn leven en ideeën. Het Nieuwe Testament bestaat uit aantekeningen,brieven en verhalen. Het christelijke heilig boek de bijbel bestaat uit het Oude en het Nieuwe Testament. Het begint in het Nieuwe Testament over het levensverhaal van Jezus.

Het christendom, de nieuwe godsdienst, verspreidde zich snel in het Romeinstrijk. De boodschap van Jezus sloeg vooral aan bij de arme. De Romeinse keizer werd door de christenen niet vereerd als een god. Om die reden werden soms gekruisigd, verbrand en zelfs voor de leeuwen gegooid. Toen Constantijn de Grote een Romeins keizer zich bekeerde tot het christendom in de vierde eeuw na Christus. Vanaf het jaar 391 na Christus was het christendom de enige toegestane godsdienst in het Romeinse Rijk. Overal werden kerken gebouwd waar christenen bijeen kwamen om te zingen en bidden.

Hoofdstuk 3 De Islam

Er zijn een paar steden belangrijk voor de islam, natuurlijk Mekka, daar is de profeet van God, Mohammed geboren. Daar is ook Kaäba: een heilig gebouw, Mohammed noemde Kaäba: Allah’s huis. Medina is ook belangrijk daar is Mohammed naartoe gevlucht toen hij werd verjaagt uit Mekka. De opmars van de islam, begon daar. Daarom begint de islamitische jaartelling met de van Mohammed het jaar 622 in de christelijke telling (nu is het jaar 1341 volgens de islamitische jaartelling). In medina is Mohammed begraven. Jeruzalem is een speciale stad. Want daar is Mohammed volgens de islam naar de hemel opstegen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten